Wendingen #3: Marieke Ladru over Programma Talentontwikkeling

Net als veel instellingen en collega-fondsen, werkt het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie deze periode aan de plannen voor de beleidsperiode 2025-2028. Eerder trapte directeur Syb Groeneveld een serie interviews af onder de noemer Wendingen. De komende weken zullen collega’s hun licht laten schijnen op de wendingen die zij de komende jaren binnen hun domein verwachten. Deze week programmaleider Talentontwikkeling Marieke Ladru.

Marieke Ladru werkt sinds 2016 bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en is vanaf 2018 programmaleider Talentontwikkeling. Ze werkte in het verleden bij verschillende kunstinstellingen, waaronder de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag. In haar werk vindt ze het belangrijk om op allerlei manieren verbindingen te leggen tussen ontwerp en maatschappij, ook houdt ze zich bezig met het vergroten van de toegankelijkheid van de ontwerpsector.

Welke belangrijke trends zie je bij de nieuwe generatie ontwerpers en makers?

‘Heel duidelijk is de opkomst van makers die niet werken vanuit een discipline of een medium dat daar traditioneel aan verbonden is. Zij stellen thema’s en het verhaal in hun werk centraal, zijn minder formalistisch en werken met verschillende media. Dit komt voort uit de verschuiving die een deel van de opleidingen maakt; de nadruk wordt gelegd op storytelling niet op een eindproduct, en er gaat meer aandacht uit naar analytische in plaats van ambachtelijke vaardigheden. Maar deze beweging zie je ook bij makers die zich in de praktijk, autodidact ontwikkelen. Traditionele zuilen zoals grafisch ontwerp, productontwerp en modeontwerp vervagen hierdoor. Niet het maken van een collectie staat bijvoorbeeld centraal, maar het uitgangspunt is een bijdrage te leveren aan het modediscours op het gebied van duurzaamheid of consumentisme. Onderzoek is een groot onderdeel van de ontwerppraktijk van deze jonge makers geworden. Dit wordt vaak discipline-overstijgend benaderd. Er worden coalities gesmeed, soms met andere makers, maar vaak ook met wetenschappers of andere kennispartners. Jonge makers hebben ook veel behoefte om samen te werken nadat covid hier jaren de rem op zette.’

Een persoon geeft een presentatie met begeleidend beeldscherm voor een jury
Pitch tijdens de Scout nights 2022

Wat betekent dat voor het Stimuleringsfonds?

‘Het fonds heeft natuurlijk beperkte middelen en we vinden het belangrijk om verschillende soorten makers te ondersteunen. Dat is ook nodig voor een sterk ontwerpveld. We zorgen ervoor dat de Regeling Talentontwikkeling de ruimte biedt die nodig is om daaraan bij te dragen en hebben in de beoordeling oog voor specifieke situaties van makers. Via scout nights hebben mbo-opgeleide en autodidacte makers sinds 2021 toegang tot de regeling; daarvoor was een universitair of hbo-diploma van een ontwerpopleiding een voorwaarde om een talentontwikkelingsbeurs te ontvangen. Het is heel belangrijk voor startende makers om de kans te krijgen zich te concentreren op hun professionele ontwikkeling en hun praktijk goed neer te zetten, ook richting publiek. Dit geldt zowel voor praktisch opgeleide ontwerpers, als voor ontwerpers die meer theoretisch zijn geschoold. Beiden zoeken naar mogelijkheden om hun artistieke praktijk te verdiepen. Soms door te experimenteren met hun ambacht, maar ook door nieuwe samenwerkingen aan te gaan. Er zijn in Nederland weinig programma’s die opkomende ontwerpers de ruimte bieden hun eigen pad uit te stippelen.

Je schetst een beeld van een veld waarin disciplines niet meer zo helder zijn te definiëren en er sprake is van een bepaalde vorm van interdisciplinariteit. Het fonds houdt wel vast aan een talentontwikkelingsprogramma dat uitgaat van verschillende disciplines. Hoe verklaar je dat?

‘Het is nog te vroeg om daar afscheid van te nemen. We zien inderdaad de opkomst van hybride domeinen, maar tegelijkertijd zijn er ook de opleidingen voor bouwkunst en academies die ambachtelijke vaardigheden nog wel centraal stellen in hun curriculum. Een deel van de makers die bij ons subsidie aanvraagt, werkt niet vanuit de traditionele discipline. Maar ontwerpprincipes vormen nog wel de basis van hun praktijk.’

Vier personen nemen deel aan een workshop en zijn aan het borduren.
Workshop door STORE Rotterdam tijdens Dutch Design Week 2023. Foto Clara Gus

Mbo-geschoolde makers kunnen niet zomaar doorstromen naar het hbo omdat het gat vaak te groot is. Praktisch opgeleide makers hebben soms andere behoeften dan bestaande opleidingen bieden en willen zelfstandig aan de slag in het veld. Daarom heeft het fonds de formele eisen voor een talentontwikkelingsbeurs verruimd. Welke andere initiatieven start het fonds om gaten in de keten van talentontwikkeling te dichten?

‘Vorig jaar zijn we gestart met het programma Platforms voor ontwerpend leren. Het speelt in op de opkomst van initiatieven die jongeren wegwijs maken in de Nederlandse maak- en ontwerpcultuur. Er gebeurt lokaal van alles op dat vlak en er zijn veel jongeren, met uiteenlopende achtergronden, die graag met ontwerpvraagstukken en -vaardigheden aan de slag willen. Maar een gevestigd ecosysteem dat in die behoefte voorziet, is in Nederland onvoldoende ontwikkeld. Deze platforms kunnen een waardevolle springplank zijn. Dit jaar blijken tien deelnemers van het door ons ondersteunde educatieve programma van STORE in Rotterdam te zijn aangenomen bij verschillende kunstacademies. Om de aansluiting van startende ontwerpers en makers met het werkveld te versterken, startten we in 2020 Bouwen aan talent. Sindsdien ondersteunden we bijna honderd samenwerkingen en binnenkort start een nieuwe lichting. En met de Open Oproep Fresh Perspectives geven we ruimte aan cross-sectorale samenwerkingen die nieuwe perspectieven bieden op maatschappelijke vraagstukken. We startten deze oproep al zeven jaar geleden en zetten vrijwel jaarlijks een of twee nieuwe edities uit. De oproep onderstreept het pleidooi van Marleen Stikker, Liesbeth Bik en Meta Knol Zet creativiteit in voor de toekomst van Nederland. Programmabreed hebben we ook aandacht voor fair practice en fair pay. We zien op dat vlak ook een groter bewustzijn bij makers dan een aantal jaar terug.’

Platform Talent – Maren Bang

Video: Koehorst in 't Veld, Roel van Tour en Wilbert Eerland

Speelt regionale spreiding ook een rol in Programma Talentontwikkeling

‘Zeker. We organiseren scout nights in verschillende regio’s en organiseren komend jaar voor het eerst ook een scout night in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Op dit moment hebben we de Open Oproep BASE at Salone del Mobile openstaan, waarmee we startende makers de kans bieden zich in een groepstentoonstelling voor het eerst internationaal te presenteren. We zien ook regionale spreiding ontstaan in projecten en samenwerkingen. Lokale identiteit krijgt steeds vaker een positie in de praktijk van opkomende makers. Ze zijn zich ervan bewust dat hun werk niet in een vacuüm ontstaat en vragen zich bijvoorbeeld af hoe ze lokaal een productieketen kunnen opzetten, vanuit duurzaamheid, maar ook uit menselijk oogpunt. In het verleden haalden ontwerpers nog weleens kennis uit het buitenland, zonder goed na te denken wat dat betekent in de lokale context. Het bewustzijn in dit opzicht is momenteel groter. Jonge makers staan stil bij de vraag hoe je een gelijkwaardige samenwerking opzet. Als fonds kijken we daar ook scherp naar in de beoordeling.’

De nieuwe aanvraagronde van de Regeling Talentontwikkeling opent op 18 december 2023 en sluit 19 februari 2024. Ben je benieuwd welke opkomende makers er de afgelopen jaren zijn ondersteund via deze regeling, bekijk dan Platform Talent.