Homepage

Een kijkje in de bioreceptieve keuken van Margherita Soldati en Nafsika Efklidou (Inside Outside)

Op het terrein van bio-kunstplek Mediamatic hebben kunstenaar Margherita Soldati en ontwerper Nafsika Efklidou van studio Inside Outside een laboratorium ingericht. In de oude loods was al een steriele ruimte, ze hoefden alleen nog hun instrumenten (veelal standaard kookgerei) en ingrediënten (ook opvallend vaak terug te vinden in de keuken) mee te brengen. De moestuin die het lab omringt, met een weelde aan blad-, lever- en korstmossen op stenen en omgevallen boomstammen, had geen perfecter decor kunnen zijn voor hun experiment. Ze zijn namelijk bezig met de ontwikkeling van bioreceptief textiel: flexibel materiaal waarop je organismen en planten, in het bijzonder mos, kunt laten groeien.

Textiel gaat in gebruik doorgaans hooguit zo’n tien jaar mee, in de buitenlucht vaak nog korter. Inside Outside onderzoekt hoe je dit duurzamer kunt aanpakken en denkt na over een leven na het gebruik. Het bureau, onder leiding van Petra Blaisse, heeft dertig jaar ervaring met textiel, landschapsontwerp en binnenhuisarchitectuur. Nafsika: ‘Inside Outside heeft veel ervaring met het ontwikkelen van eigen textiel, maar dit is de eerste keer dat we zelf een risico nemen met het maken van textiele materialen met levende organismen, die biologisch afbreekbaar en oncontroleerbaar zijn.’ Ze zijn al langer bezig met duurzaam textiel, maar het blijkt niet makkelijk om dat in al hun projecten door te voeren. ‘We hebben de wil, de passie en de mentaliteit om onze manier van werken met materiaal te veranderen, maar de industrie is nog niet ver genoeg om ons te ondersteunen. Er is een algehele mentaliteitsverandering nodig van de ontwerpers, de opdrachtgevers en de industrie, allemaal tegelijk. We zien ook dat er nog een groot leerproces te gaan is in het duurzaam en met nieuwe biomaterialen werken; niet alleen maar verwachten dat anderen veranderen en ons de juiste materialen geven, maar de moeilijkheden aanpakken van wat het betekent om zélf materiaal te ontwikkelen.’

We hebben de wil, de passie en de mentaliteit om onze manier van werken met materiaal te veranderen – Nafsika Efklidou

Inside Outside was met behulp van een startsubsidie van het Stimuleringsfonds al begonnen met dit onderzoek naar bioreceptief textiel. Ze werkten samen met een aantal externe partners. Hoewel dat interessante inzichten opleverde, was er de behoefte het onderzoek echt ‘in huis’ te halen en hands on te maken. De regeling Bouwen aan talent van het Stimuleringsfonds, waarbij een ontwerptalent gedurende drie maanden gekoppeld wordt aan een ontwerpbureau, leende zich er uitstekend voor. Op zoek naar iemand met ervaring met biomaterialen, weg van het conventionele ‘textieldenken’ en van wat reeds ontwikkeld is door anderen, bleek Margherita de perfecte match. ‘Ik heb eerder gewerkt aan meer kunstgerichte projecten op een architectonische schaal, iets wat ik erg leuk vond. Dus om door het Stimuleringsfonds gekoppeld te worden aan een ontwerpstudio die met textiel werkt en meer geprofessionaliseerd is, is heel interessant voor mijn leercurve’, zo zegt ze zelf. Nafsika: ‘Je wilt iemand die meedenkt. Wanneer je een kantoor runt, raakt onderzoek vaak een beetje aan de kant; het is niet echt onderdeel van de dagelijkse gang van zaken. Nu met Margherita is het een geweldige ervaring om iemand te hebben die erin zit, volledig, voor twee dagen, om mee te denken en het stappen verder te brengen.’ Margherita: ‘Als je vanuit verschillende achtergronden van kennis komt, dan stel je vragen die niet de logica volgen van hoe de ander denkt. Dat opent nieuwe wegen om...’, Nafsika maakt soepel de zin af: ‘… om verder te denken en onderzoeken.’

Als je vanuit verschillende achtergronden van kennis komt, dan stel je vragen die niet de logica volgen van hoe de ander denkt – Margherita Soldati

Na een maand inlezen en brainstormen zijn ze begonnen met experimenteren. Van driedimensionale structuren van cellulose en hennep, tot breien met bioplastic garens op basis van alginaat en uitprobeersels met boomschors en harige vezels uit jute. Hoe flexibel en lichtdoorlatend kun je een op cellulose gebaseerd bioleer maken? En hoe creëer je genoeg reliëf voor de mossen om zich aan te hechten? Hoe maak je de stalen waterresistent? Of maak je ze oplosbaar, zodat uiteindelijk alleen de plantstructuur overblijft? Wat gebeurt er als je voedingskleurstof toevoegt? Wauw, dan krijg je een ‘pretty pink’.

Tijdens het interview wordt in het lab een live kookexperiment uitgevoerd. Een bewezen combinatie van water, glycerine en agar-agar (een plantaardig geleermiddel). Alles in de goede verhoudingen en dan tien minuten koken, terwijl Margherita roert. Hoe meer water je eruit kookt, hoe minder krimp je uiteindelijk krijgt. Een ander trucje om de krimp te bedwingen, zo hebben ze ergens gelezen, is het elastische goedje uitgieten op een Legoplaat. De noppen houden het mengsel op spanning tijdens het drogen en geven als bonus structuur aan de staal. Volgende uitdaging: de stalen groter maken, tot A3-formaat. Dat is realistischer dan meteen een vierkante meter produceren en ook praktischer. Sommige samples moeten namelijk in de oven en een huis-tuin-en-keuken-oven is nou eenmaal niet zo groot.

Alles wat ze uitproberen heeft een oorsprong in open source bronnen; in het biomateriaalonderzoek wordt veel gedeeld. Hun eigen ontdekkingen of verbeteringen in het proces (als je op een hogere temperatuur kookt, hoef je in plaats van veertig slechts tien minuten te roeren!) communiceren ze weer terug aan de community. Overigens is niet alle kennis toegankelijk: in de concurrentiestrijd om nieuwe materialen wordt ook veel informatie geheimgehouden zodat dit later te gelde kan worden gemaakt.

In de uitwerking willen ze zich voorlopig nog niet laten beperken. Het liefst ontwikkelen ze een materiaal voor buiten, denk bijvoorbeeld aan bioreceptief steigerdoek . Stel je eens voor dat die tijdelijke textiele façade van een gebouw langzaam wordt overgenomen door planten. En dat je dat doek met al dat levende groen – wanneer de steiger niet meer nodig is – daarna een nieuwe bestemming kan geven, bijvoorbeeld als materiaal voor bodemherstel langs een snelweg. Zelfs al zou de begroeide stof uiteindelijk niet voor nieuwe begroeiing zorgen, dan nog wordt het ‘afval’ opgenomen in de natuur, omdat het honderd procent biologisch afbreekbaar is.

Binnenkort begint het lange wachten. Dan worden de samples opgestuurd naar bioloog Jacqueline Baar, die ze gaat testen met een mix van grassen en kruidenplanten. Zenuwslopend, want infecties en verdroging kunnen zomaar optreden in de geduldig gemaakte stalen. Het is moeilijk voor de ontwerpers de controle los te laten, maar ze zullen wel moeten; de natuur gaat haar eigen gang. Dit is sowieso geen doorsnee project. Margherita: ‘Het voelt echt als op expeditie gaan. Meestal, als je aan een project begint, weet je al min of meer wat het resultaat zal zijn. Je hebt al je gereedschap en al je kennis al om dat resultaat te bereiken. Maar dit project is een expeditie naar het onbekende; dat betekent dat we allemaal een stukje kennis hebben en allemaal een stukje vaardigheid, verdeeld onder elkaar, maar geen van de professionals afzonderlijk weet wat het resultaat zou kunnen zijn. Ik denk dat je alleen door alle puzzelstukjes bij elkaar te leggen, tot het gewenste resultaat kunt komen. Het is prachtig… en heel spannend!’

Het interview lijkt ten einde, maar we blijken toch nog niet uitgepraat over mossen. Of ik wel weet hoe cool zilvermos is?! Zo kosmopolitisch! De meest voorkomende mossoort in stedelijke omgevingen, ook in Nederland. Groeit op een breed scala aan kunstmatige substraten, zelfs op plastic (!) en is tolerant ten aanzien van vervuiling!

Als ik weer buiten sta, kijk ik automatisch naar de grond. Zie ik daar mos tussen de stoeptegels? Wat een ingenieus en veerkrachtig plantje is dat toch… In de woorden van Margherita: ‘Het is een heel koninkrijk op zich’.

Tekst: Victoria Anastasyadis
Fotografie: Renate Beense