Ongehoorde geluiden van Albert Hennipman en Maria Fraaije

Albert Hennipman (1963) en Maria Fraaije (1992) werden in het programma Bouwen aan talent van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie aan elkaar gekoppeld om samen te werken aan een ontwerpopgave. Albert is ontwerper en tekenaar, en studeerde industriële vormgeving aan de Design Academy in Eindhoven. Maria studeerde industriële ecologie en biomedische wetenschappen in Leiden en Delft, maar ook illustratie en design aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Een samenwerking van ontwerpers vanuit verschillende achtergronden, met als doel uitwisseling van kennis en ervaring. In hun project Ongehoorde geluiden, dat nu op de helft is, proberen ze dak- en thuislozen met illustraties een ‘gezicht’ te geven.

Aan het begin van hun project gingen Maria en Albert op bezoek bij Wim Eickholt, voormalig dak- en thuisloze en tevens contactpersoon bij Stichting de Tussenvoorziening in Utrecht.
‘Zou je een dakloze een euro geven?’ vroeg Wim aan Maria.
‘Uhm, ja?’ zei ze aarzelend.
‘Dan financier je zijn alcoholverslaving!’
Maria kreeg het er warm van.
‘Zou je een dakloze een nachtje laten logeren?’, was de volgende vraag van Wim.
‘Nou, uhm, één nachtje misschien wel,’ zei Maria.
‘En twee? En de hele week? Een maand? Twee maanden misschien?’
Maria wist er geen antwoord op. Het was wat je noemt een confronterende eerste ontmoeting. Maria nam de vragen mee naar huis. Haar antwoord kwam uiteindelijk in de vorm van een prachtige reeks ‘twijfeltekeningen’. Tekeningen die onder andere invoelbaar maken wat voor een onverwachte obstakels er in een talentontwikkelingstraject kunnen opduiken. En het is juíst dat onverwachte, benadrukken zowel Albert als Maria, wat het proces zo interessant maakt.

Twijfeltekeningen van Maria
Twijfeltekeningen van Maria

ongehoorde geluiden

Ongehoorde geluiden heet hun project. Die eerste ontmoeting was in december 2021, nu is het begin februari 2022, Ongehoorde Geluiden is bijna op de helft. Maria (talent) en Albert (ervaren ontwerper) zijn samen aan het proberen om dak- en thuislozen een ‘gezicht’ te geven. Door naar ze te luisteren en hun stemmen op te nemen, door ze te tekenen.

De voorlopige opbrengst van de ontmoetingen én van de samenwerking is veelbelovend: Maria maakt een animatie en een stapel tekeningen, Albert stelde een krant met ‘visuele reportages’ samen. Albert roemt de mooie tekeningen van Maria, haar landschappen, haar kleurgebruik, de portretten die ze tekent. ‘Haar handschrift sluit aan bij dit project. Het sluit ook aan bij het Huis van Betekenis, de plek die ik samen met Mark Schalken hier in Utrecht oprichtte. Een plek waar tekenaars met elkaar samenwerken en elkaar stimuleren.’

Er is dus al een oogst, maar er zijn ook toekomstplannen: de animatie van Maria wordt waarschijnlijk verder uitgewerkt, inclusief stadsgeluiden en stukken interview. Er zijn plannen voor nóg een krant, er is al een eerste plan voor een gezamenlijke afsluiting, ergens in april. Maar het project is gaande; er kan dus nog van alles gebeuren. Dat open vizier past ook bij de basishouding van het duo Hennipman-Fraaije: soepel meebewegen met wat zich aandient.

Maria en Albert
Kantoorruimte met een grote lange tafel met stoelen waar papieren op liggen.
Het Huis van Betekenis in Utrecht

woekerplant

Ze leren van elkaar, vertellen ze. Maria noemt Albert grappend haar eigen persoonlijke stimuleringsfonds, omdat hij haar helpt te vertrouwen op de kwaliteit van haar werk. Dat is voor haar niet vanzelfsprekend; ze studeerde weliswaar Illustratie en Design, maar ging werken op basis van die ándere, wetenschappelijke, studies die ze deed. Zo kwam ze als onderzoeker terecht bij DRIFT: een bureau dat onderzoek doet naar maatschappelijke verandering. ‘In mijn werk bij DRIFT heb ik vanuit analytisch perspectief maatschappelijk projecten gedaan. Dat is bij wijze van spreken het inplannen van een Teams meeting en dan een vragenlijst doornemen. Ongehoorde geluiden wilde ik juist níet analytisch benaderen. Dus nu wandel ik met Randy de Djembéman en kijken we wel waar de dag ons heenvoert. Tijdens die wandeling ben ik niet bezig met analytisch onderzoek naar de problematiek van straatmuzikanten in de stad, maar probeer ik echt als vormgever na te denken – welke gevoelens wekt het verhaal van Randy op, en hoe kan ik die gevoelens het beste overbrengen? Dat is een heel andere pet dan de analytische pet.’

Het is wennen, durven vertrouwen op die andere, intuïtievere manier van kijken. Albert: ‘Ik kan me Maria’s twijfels voorstellen. Het lijkt me lastig om vier dagen per week in zo’n andersoortige wereld te werken, waar mensen heel andere prioriteiten hebben, zelfs een ander soort taal spreken. Daar word je al snel door twijfels overwoekerd. Dat bedoel ik letterlijk: ik zie een plantje voor me dat probeert te groeien, maar dat wordt ingesloten door de woekerplant die twijfel heet.’ Hij voegt eraan toe: ‘Het helpt me om situaties als tuinen te beschouwen. Dan kun je ook makkelijker zien waar de schaduw zit. En de zon zie ik dus ook: Gewoon doorwerken, erop vertrouwen dat het goed is, dóen.’

Welke gevoelens wekt het verhaal van Randy op, en hoe kan ik die gevoelens het beste overbrengen? Dat is een heel andere pet dan de analytische pet. – Maria Fraaije
Maria en Randy, fotograaf: Ruud Spaargaren

maatschappelijke verhalen

Na dat eerste confronterende gesprek met Wim Eickholt werden er meer contacten gelegd. Het bleek niet mee te vallen om een dakloze te vinden die echt helemaal senang was bij het idee om getekend te worden. Er waren ontmoetingen – er vielen mensen af. Nu, halverwege het traject, zijn Randy en Marco in het vizier. Randy is een Djembéspeler waar Maria het meeste contact mee heeft. Marco is een voormalig antroposofisch arts, die vooral met Albert optrekt.

Werken met dak- en thuislozen is het dikwijls opschudden van je eigen vooroordelen, vertellen Maria en Albert. Albert: ‘Alleen al je eerste vraag aan een dakloze. Die is veel te vaak iets als: “Zeg, wat is nou jouw “thuisbankje”?” Maar stel je voor dat je dat op een feestje aan iemand zou vragen: “Hoi, hoe ziet jouw bed eruit?” Kennismaken is rustig informatie uitwisselen. Daar wilden we beginnen.’ Een dergelijke start is misschien wat trager, maar levert uiteindelijk een betere vertrouwensband en meer wederzijds inzicht in elkaars situatie op. Albert: ‘Bovendien begint zich dóór die persoonlijke verhalen heen een maatschappelijk verhaal af te tekenen.’ Zo mag Randy met zijn djembé niet langer dan een kwartier per keer op straat spelen, omdat hij anders een boete krijgt. Die gemeentelijke verordening heeft invloed op het leven van Randy, maar het zegt ook iets over hoe de stad met straatmuzikanten omgaat. Of, zoals Randy het noemt, hoe de stad omgaat met “The sound of the city”.’

Albert: ‘Randy heeft een heel andere kijk op de samenleving, vaak letterlijk: Hij vertelde over alle shoppingbagmensen die hij dag in dag uit voorbij ziet lopen. Ze kijken niet op, ze lachen niet, ze staren naar hun telefoon. Toen was er een lockdown, weg waren de boodschappentassen. Opeens zagen mensen hem wél als hij speelde, werden ze blij van zijn muziek. Dat is vast een verandering die de shoppingbag mensen zelf nauwelijks in de gaten hadden.’

Randy, fotograaf: Ruud Spaargaren uit fotoboek 'Het Ogenblik'

doosje

Nog zo’n vooroordeel van de maatschappij; dat alle daklozen wat achtergrond betreft op elkaar zouden lijken. Albert: ‘Marco is een man die heel veel had, en alles verloor. Hij heeft vrij abrupt, haast in een opwelling, Nederland achter zich gelaten en een aantal jaren in Zuid-Amerika en Hawaii rondgetrokken; toen hij terugkwam was hij alles kwijt. Voor die tijd had hij een heel ander leven. Hij was in Nederland antroposofisch arts, hij had een gezin, een huis. Marco is een man met diepzinnige overpeinzingen, maar ook een man met pijn, zowel fysieke als mentale pijn; een man die geliefden verloor en ook een deel van zichzelf. Hij woont tegenwoordig in een caravan op het terrein van een boer. Een mini-camping die dit jaar voor het laatst ook in de winter open mag zijn. Zijn ‘doosje’ noemt Marco zijn caravan. Sinds corona zit hij veel vaker in dat doosje dan voorheen. Omdat hij niet gevaccineerd is mag hij op veel plekken niet meer naar binnen. Zelfs niet naar de kerk om te zingen. Hij mag er alleen nog in om te bidden, daar heb je dan weer geen vaccinatie voor nodig.’

Marco, fotograaf: Ruud Spaargaren uit fotoboek 'Het Ogenblik'
We luisteren al veel te vaak naar dezelfde mensen in dezelfde talkshows. (...) Ons geluid is ongehoord maar positief. – Albert Hennipman

koffieapparaat

Persoonlijke verhalen van twee heel verschillende mannen dus, die op verschillende manieren een andere kijk bieden op onze samenleving. Ongehoorde geluiden wordt een verzameling van andersoortige berichten aan onze maatschappij. Albert: ‘We luisteren al veel te vaak naar dezelfde mensen in dezelfde talkshows; we hebben dezelfde discussie bij het koffieapparaat: wel of geen vaccinatie, wel of geen zwarte piet. Vaak kun je alleen maar of vóór of tégen zijn. Ons geluid is ongehoord maar positief. We hopen mensen ermee te kunnen verrassen. Als Utrecht een stad zonder muren wil zijn, dan is dit een voorbeeld van hoe je die muren afbreekt. Dat bedoel ik niet pretentieus, maar wel ambitieus.’

Zou Albert door alle kennis die hij heeft opgedaan met dit project, een dakloze in huis nemen?
Hij aarzelt even. ‘Een nachtje misschien?’
Maria: ‘Marco bijvoorbeeld?’
Albert knikt: ‘Die zeker wel.’
Maria, met een glimlachje. ‘En mag hij dan één nachtje blijven, of twee maanden misschien?’

Tekst: Jowi Schmitz
Fotografie: Renate Beense