Bring it on! – terugblik
Op 8 juni 2023 organiseerde het Stimuleringsfonds Bring it on!. Tijdens deze bijeenkomst gingen een kleine honderd aanwezigen – adviseurs, aanvragers en medewerkers – met elkaar in gesprek over waar we met het Stimuleringsfonds staan en waar we naartoe willen. Hoe functioneert het fonds? Wat is onze positie? En welke ambities hebben we voor 2025 en verder? Een terugblik.
2023 is een belangrijk jaar voor de culturele en creatieve sector. De Raad voor Cultuur werkt aan een toekomstvisie, de visitatiecommissie beoordeelt het functioneren van de rijkscultuurfondsen en staatssecretaris Gunay Uslu presenteerde recent de uitgangspunten voor 2025-2028. Het komende halfjaar werkt het Stimuleringsfonds op basis daarvan aan een nieuw beleidsplan. Hierbij betrekken we waar dat kan het veld. Om dat gesprek te starten, organiseerden we een nieuwe editie van Bring it on!. Het doel van de bijeenkomst was, zoals Syb Groeneveld, directeur-bestuurder van het fonds, verwoordde om ‘zoveel mogelijk feedback en ideeën op te halen die we kunnen meenemen bij het schrijven van het beleidsplan en de regelingen voor 2025-2028.’
De middag bestond naast een plenair gedeelte onder leiding van Marsha Simon uit vier korte thematische sessies en een open sessie waarin bezoekers zelf onderwerpen konden aandragen.
verlichten van de aanvraagprocedure
In de sessie over het verlichten van de aanvraagprocedure lichtten we eerst de verschillende dilemma’s toe die hiermee samenhangen. Zo stijgt de werkdruk voor medewerkers, adviseurs en uiteindelijk ook voor aanvragers. Als het aantal aanvragen blijft toenemen, zijn de huidige procedures op termijn niet houdbaar. Hoe kan de druk worden verlicht, zonder dat de kwaliteit van beoordelen daaronder leidt?
In de sessie is gesproken over het verbeteren van de aansluiting tussen de regelingen, de leidraad en de online aanvraagomgeving. Het gefaseerd aanvragen, waarbij een voorstel eerst in een lichte vorm wordt getoetst, wordt vaak gezien als mogelijkheid om de druk te verlichten. Het projectcanvas waarmee op dit moment wordt geëxperimenteerd, wordt overwegend als positief ervaren. Meer vaste formats, bijvoorbeeld voor begrotingen, en duidelijke communicatie zijn veelgehoorde wensen. Hierbij wordt ook gevraagd of de cultuurfondsen onderling tot meer afstemming kunnen komen.
fair pay
De sessie over fair pay
draaide om de vraag hoe het fonds ervoor kan zorgen dat dit principe op een consequente en constructieve manier wordt toegepast en beoordeeld. Voor deze sessie was Noud van de Rhee uitgenodigd om namens Platform ACCT een korte introductie te geven op de ontwikkelingen richting de implementatie van de Fair Practice Code binnen de sector.
Er is gesproken over het beleidsvoornemen om fair pay in 2025 binnen de culturele sector te verplichten. Wat voor bandbreedte past hier in de praktijk bij? Kan het fonds naast een maximale bijdrage aan het uurtarief ook een minimumtarief invoeren? En wat betekent dit voor de verschillende disciplines die het fonds bedient? Over het algemeen is men van mening dat de tijd van vergoedingen in de vorm van ‘voldoening’ achter ons ligt. Dat daarmee bepaalde projectvormen of initiatieven misschien onbetaalbaar worden, wordt gezien als een gegeven.
diversiteit & inclusie
In de sessie over diversiteit en inclusie werd teruggekeken op de ervaringen van adviseurs en aanvragers met het criterium dat daarvoor wordt gehanteerd in de projectregelingen. Ook werd gesproken over de ervaringen met de code. De sessie werd geleid door Sarita Bajnath. Te gast was Noor Sloterdijk, aanspreekpunt voor de Code Diversiteit & Inclusie bij de LKCA.
In de sessie werd gesteld dat de code een zelfreflecterend element is die helaas niet uitlegt wat een goede aanpak is om diversiteit en inclusie te organiseren. Diversiteit en inclusie is niet iets om aan te voldoen, maar iets wat je als mens in deze wereld verrijkt. Het zou dan ook logisch zijn als het fonds hierover blijvend met ondersteunde partijen in gesprek blijft, en samen met hen reflecteert op de in de aanvraag gestelde doelen en het behalen daarvan. De code is er om handvatten te geven. Dat betekent niet dat iedereen alles moet doen, maar nadenken over en iets doen met een van de doelen die de code onderschrijft, is wel het minimum. Uit de sessie komt verder naar voren dat een meer transparante en duidelijke visie op diversiteit en inclusie van het fonds wordt verlangd. Aanvragers geven aan meer duidelijkheid te willen hebben over de manier waarop zij in hun voorstellen aan diversiteit en inclusie kunnen bijdragen en waarop ze worden beoordeeld.
duurzaamheid
Het onderwerp duurzaamheid is voor het eerst nadrukkelijk benoemd in het advies van de Raad voor Cultuur. In deze sessie werd stilgestaan bij de vraag wat de rol van de creatieve industrie is in de klimaat- en biodiversiteitscrisis, en wat de verantwoordelijkheid van het fonds is in het stimuleren van meer duurzaamheid in het veld. Deze sessie werd afgetrapt door wetenschapper en activist Chris Julien.
Over de urgentie van het klimaat- en biodiversiteitscrisis lijkt iedereen het eens. Deelnemers vragen zich af waarom publiek geld in deze tijd nog zou worden besteed aan niet-duurzame projecten. Toch is daarbinnen een gesprek te voeren over de manier waarop duurzaamheid een rol zou moeten spelen in het beoordelingsproces. Bij sommige partijen is sprake van codemoeheid en de angst dat het moeten voldoen aan verschillende codes artistieke prestaties op termijn belemmert. Er is daarom meer animo voor het integreren van duurzaamheid in projectvoorstellen en in het eigen programma, dan voor het opstellen van een nieuwe code, die ook zou kunnen leiden tot greenwashing. Van het fonds verwachten de aanwezigen in ieder geval dat het de zichtbaarheid van de crisis kan vergroten, zelf een voorbeeld kan stellen en zich bewust is van de invloed en potentie van de creatieve industrie.
open mic
In de laatste sessie konden bezoekers zelf onderwerpen aandragen waarop vanuit het fonds direct werd gereageerd door directeur Syb Groeneveld. Hier werd gesproken over het bereiken van nieuwe doelgroepen, de positie van architectuurcentra, de doorontwikkeling van ondersteunde projecten, de rol van het fonds ten aanzien van meer sectorale taken als kennisdeling, en de positie van het fonds ten aanzien van de huidige inflatie en mogelijk teruglopende financiering via lokale overheden.
De middag werd gezamenlijk afgesloten met een wrap-up. Het fonds zal na de zomer meerdere sessies organiseren die worden gebruikt als input voor het te schrijven beleidsplan 2025 – 2028.