Longread: Ouderenzorg verbinden met de maatschappij
Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie houdt zich al lange tijd bezig met het thema zorg en maakt zich hard voor de inzet van ontwerpers voor het verbeteren van de zorg- en de leefomgeving. In een drieluik schetst journalist Piet-Hein Peeters een beeld van wat ontwerpers in zorgvraagstukken kunnen betekenen. In dit derde deel: de verbinding maken tussen ouderenzorg en maatschappij.
Om in het hart van het Nijmeegse 'Oud Burgeren Gasthuis' te komen, nu bijdetijds 'OBG' getiteld, moet je voor je gevoel een bruggetje op, daarna door een poort die al enkele eeuwen oud is. Links en rechts, enkele meters dieper, liggen parkeerplaatsen. Aan de andere kant een vijver. Dienstencentrum OBG, gelegen midden in de wijk Galgenveld, vlakbij het centrum van de stad, ondersteunt ouderen die via woningcorporatie Woonwaarts en Beheer Vermogen der Oud Burgeren woningen huren in de aanpalende vijf gebouwen: appartementen, drie, vier lagen, enkele hogere flats.
Paul Braam, manager 'facilitair, welzijn en dagbesteding' van OBG. 'Onze populatie verandert, mensen hebben complexere problematiek dan voorheen. Wij helpen ze zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.' Hij wijst op de slogan van OBG: 'Bij elkaar komen'; met de verandering van de clientèle van OBG, dreigt juist dat onder druk te komen staan. 'We willen mensen niet wegstoppen. Ook als je dementerend bent, of fysieke problemen hebt, ben je nog steeds een mens en maak je wat ons betreft nog steeds deel uit van de samenleving. Als de ouderen niet meer naar de wijk kunnen, halen wij de wijk daarom naar de ouderen.' De afstand tussen wat hier in de gebouwen gebeurt en daar in de wijk kan volgens Braam echt kleiner en het contact natuurlijker. 'Je wil toch dat mensen naar elkaar omkijken, zich bijvoorbeeld afvragen waar Wim vandaag is als die gewoonlijk altijd aanschuift of voorbij loopt'.'
Hij stak er de afgelopen jaren zelf al veel tijd in, organiseerde tal van activiteiten, van politiek debat via een dansavond voor senioren tot voorzieningen voor zzp'ers, maar zag dat hij tegen fysieke grenzen aanliep. 'Het café ligt gewoon te ver van de straat af. Als je als wijkbewoner hier langs loopt, loop je niet makkelijk naar binnen. De woongebouwen en het dienstencentrum zijn weinig uitnodigend.'
We zitten verscholen in drie, vier gebouwen. Je wil dat mensen naar binnen worden gezogen.
doorwaadbaar maken
In één van de vergaderzalen van OBG waar begin juli Paul Braam, maar ook zijn collega, manager zorg Sylvia den Beeten, en professionals van woningcorporatie Woonwaarts bij elkaar komen, hangt een groot, antiek kruis aan de muur. De ruimte doet tevens dienst als ruimte voor religieuze vieringen. Het Christelijke symbool is illustratief voor de rijke, eeuwenoude geschiedenis van OBG die op veel plekken in het gebouw nog wordt getoond. Het genetisch materiaal van een plek waar mensen voor hun laatste fase naartoe gingen, het gezicht richting het einde, weg van het leven.
KAW-architect Wouter Rooijackers toont die ochtend het gezelschap verschillende ideeën om door fysieke ingrepen de wijk en OBG meer één te laten worden. Men bespreekt het ontbreken van een 'functionele relatie' met de buurt, de 'geslotenheid' van het complex, hoe de huidige gebouwen in de weg staan van wat het OBG aan de vergrijzende bevolking van de wijk Galgenveld te bieden heeft. Rooijackers heeft het over het 'doorwaadbaar' maken van het gebied, het gebouw 'aan de straat' brengen. Paul Braam: 'Je moet nu moeite doen om binnen te komen. We zitten als OBG verscholen in drie, vier gebouwen. Je wil dat mensen naar binnen worden gezogen.'
Zonder risico's is het niet. De ouderen die gebruikmaken van diensten van OBG in Nijmegen zijn gebaat bij stabiliteit en rust. Dat kan botsen met de mooie inclusieve ideeën van de architect. Braam: 'Bij elkaar komen' is een goed motto, maar er zijn grenzen. We hebben hier zelf al ondervonden dat mensen met een ggz-achtergrond, of verslavingsproblematiek te veel onrust geven voor de ouderen die hier verblijven. En dat onze doelgroep zwaardere problematiek heeft, betekent ook dat er in het café bijvoorbeeld soms een meneer in de ruimte zit die zomaar verbaal uit de slof kan schieten. Dat valt je natuurlijk wel op als je als zzp-er daar rustig wil werken of als lunchende moeder met jong kind. We moeten ervaren hoe het werkt wanneer onze klanten met een complexer wordende zorgvraag en de mensen uit de wijk elkaar meer ontmoeten.' Hij is even stil, en zegt vervolgens met gelouterd optimisme. 'En dan vinden we er dan wel een oplossing voor.'
voorbij de eigen werkelijkheid
Waar zit de energie, hoe zorg je dat de aanwezige verschillen tussen ontwerpers enerzijds en zorgprofessionals anderzijds, de verschillen in stijlen, in kijken, in prioriteiten, niet frustreren, maar inspireren? Ontwerpers en zorgprofessionals zijn verre van dezelfde mensen. Paul Braam, lachend: 'Wouter bleek helemaal geen architect met een geel strikje te zijn.'
Architect Rooijackers ziet zich in Nijmegen dan ook vooral als procesbegeleider. De plannen voor het OBG gaan de werknemers van het OBG en de betrokken woningcorporatie aan, maar ook huisartsen en fysiotherapeuten die in deze gebouwen praktijk houden. Bovendien zijn ambtenaren vanuit verschillende hoeken van de gemeente betrokken, denk aan stedenbouw, duurzaamheid, zorg en welzijn. Veel spelers dus.
En inclusie mag dan een fijn ideaal zijn, maar als het ten koste gaat van het aantal beschikbare 'wooneenheden', is het gelijk financieel kwetsbaar. Rooijackers: 'Ik zorg ervoor dat we samen beelden ontwikkelen van wat OBG zou kunnen worden in deze omgeving. Ik neem ze mee in ruimtelijk onderzoek dat we in deze wijk doen, de getekende voorstellen geven soms meer inzicht dan taal. Mensen hebben altijd moeite om over hun eigen werkelijkheid heen te kijken, ik ook. Daarom is het onderlinge gesprek essentieel om tot een breedgedragen visie te komen.'
Tekst: Piet-Hein Peeters
Lees ook:
Anders denken in de jeugdzorg
Ouderenzorg verbinden met de maatschappij
Mensen hebben altijd moeite om over hun eigen werkelijkheid heen te kijken.
voorbij de eigen werkelijkheid
Waar zit de energie, hoe zorg je dat de aanwezige verschillen tussen ontwerpers enerzijds en zorgprofessionals anderzijds, de verschillen in stijlen, in kijken, in prioriteiten, niet frustreren, maar inspireren? Ontwerpers en zorgprofessionals zijn verre van dezelfde mensen. Paul Braam, lachend: 'Wouter bleek helemaal geen architect met een geel strikje te zijn.'
Architect Rooijackers ziet zich in Nijmegen dan ook vooral als procesbegeleider. De plannen voor het OBG gaan de werknemers van het OBG en de betrokken woningcorporatie aan, maar ook huisartsen en fysiotherapeuten die in deze gebouwen praktijk houden. Bovendien zijn ambtenaren vanuit verschillende hoeken van de gemeente betrokken, denk aan stedenbouw, duurzaamheid, zorg en welzijn. Veel spelers dus.
En inclusie mag dan een fijn ideaal zijn, maar als het ten koste gaat van het aantal beschikbare 'wooneenheden', is het gelijk financieel kwetsbaar. Rooijackers: 'Ik zorg ervoor dat we samen beelden ontwikkelen van wat OBG zou kunnen worden in deze omgeving. Ik neem ze mee in ruimtelijk onderzoek dat we in deze wijk doen, de getekende voorstellen geven soms meer inzicht dan taal. Mensen hebben altijd moeite om over hun eigen werkelijkheid heen te kijken, ik ook. Daarom is het onderlinge gesprek essentieel om tot een breedgedragen visie te komen.'
Tekst: Piet-Hein Peeters
Lees ook:
Anders denken in de jeugdzorg
Ouderenzorg verbinden met de maatschappij