Sander Veenhof: Semidigitaal proefkonijn in augmented reality

Als AR-pionier heeft Sander Veenhof zijn werkveld in de loop der jaren zien uitgroeien tot een uiterst breed gebied waarin lang niet alles interessant of relevant is. De professionaliseringssubsidie van het fonds stelt hem in staat opnieuw positie te bepalen: ‘Mijn hoop is dat ik dit jaar duidelijk kan maken welke rol ik in dit gebied speel.’

Boven: AR-interventie in de publieke ruimte, ongevraagd voeren mensen Triadisches Ballet op AR-outfit. Onder: WeARinMoma

31 maart 2022

Gevraagd naar zijn beroep, legt Sander Veenhof onmiddellijk de link naar de Open Oproep Professionalisering en praktijkverdieping van vorig jaar. Die vraag wat hij nou precies doet, en hoe dat duidelijk te maken aan de buitenwereld was de aanleiding om zich hierop in te schrijven. ‘Ik vind het moeilijk om mezelf te typeren, ik verkeer in verschillende werelden,’ zegt Veenhof. Hij studeerde twintig jaar geleden informatica aan de VU en deed daarna de Gerrit Rietveld Academie. In 2010 zette hij zijn eerste publieke stappen in de AR-wereld met de expositie WeARinMoma, waar hij zijn kunsten ongevraagd tentoonstelde in een augmented MoMa. Sindsdien experimenteert hij met AR-toepassingen waarmee je de wereld naar je hand kunt zetten. Alle VR- en AR-brillen die inmiddels de revue zijn gepasseerd heeft hij gedragen en – als het even kon – gehackt. Tijdens de corona-lockdown experimenteerde hij met interactieve AR-filters om Zoom-vergaderingen wat meer schwung te geven. En zo ‘rommelde’ hij naar eigen zeggen wat aan in het intrigerende grensgebied tussen het virtuele en reële.

grotere gedachte

Maar is het wel rommelen? Toegegeven, er komen geen flashy apps uit en ook geen kunst met een grote K. ‘Voor een kunstenaar in het digitale ben ik heel technisch bezig, maar de ontwerpen die ik maak zijn zeker geen high tech,’ zegt Veenhof. ‘Voor de buitenwereld zijn al die losse dingen die ik doe vaak al helemaal niet te volgen.’ Toch zit er een grotere gedachte achter. Met al die kleine autonome experimenten onderzoekt Veenhof los van de oppermachtige digitale platforms de kansen en risico’s van de programmeerbare wereld. In de lezingen die hij tot de komst van corona met regelmaat gaf, reeg hij de losse componenten met natuurlijk gemak aan elkaar. Maar toen die lezingen wegvielen, verdween met zijn verhaal ook zijn bron van inkomsten. ‘Ik heb mij altijd succesvol bewogen tussen het artistieke en het praktische, maar momenteel kost het moeite aansluiting te vinden met die twee werelden,’ schreef Veenhof in zijn aanvraag bij het Stimuleringsfonds.

prikkel

De toekenning van de subsidie gaf Veenhof de vrijheid om orde te scheppen in zijn praktijk, op zoek te gaan naar de rode draad en een nieuwe manier vinden om zich te onderscheiden. Nu eens geen subsidie waar een innovatief product uit moet komen, maar die ruimte creëert voor reflectie op je eigen praktijk – een verademing in de doordenderende ontwikkeling van de digitale cultuur. ‘Ik heb plots even de vrijheid om te kijken naar wat ik aan het doen ben, om te formuleren waarom ik doe wat ik doe en waar ik naartoe wil. Ik mag even bewust bezig zijn met het uitzetten van lijntjes naar de toekomst. Dat geeft rust én onrust: ik voel de prikkel om écht wat tot stand te brengen dit jaar.’ De financiële steun maakte het mogelijk twee experts in te huren die hem als coaches helpen zijn werk te duiden. De één ondersteunt hem bij het selecteren van praktisch toepasbare elementen in zijn bezigheden, de ander is zijn sparringpartner op het artistieke vlak.

Ik heb plots even de vrijheid om te kijken naar wat ik aan het doen ben, om te formuleren waarom ik doe wat ik doe en waar ik naartoe wil. Dat geeft rust én onrust: ik voel de prikkel om écht wat tot stand te brengen. – Sander Veenhof
Be your own robot. Beeld: Sander Veenhof

be your own robot

Het richting geven dat eind vorig jaar begon, heeft ondertussen al tot nieuwe producten geleid die minder ‘los’ zijn. Zo spreekt Veenhof zich op beyourownrobot.com nu iedere week uit in een videopost over de keuzes die we nog te maken hebben voordat we wandelende vleesrobots zijn. Hij neemt de kijker mee in de experimenten waarin hij zelf als semidigitaal proefkonijn de hoofdrol speelt. Die individuele insteek is een belangrijk uitgangspunt: in plaats van af te wachten tot Apple, Google en Facebook alles hebben ingevuld en dichtgetimmerd, wil hij zelf aan de knoppen draaien als het om zijn persoonlijke data gaat. Dit is het moment om ongehinderd door patenten nog zo veel mogelijk uit te proberen en uit te vinden, je eigen datastore te creëren en de bediening daarvan naar je hand zetten voordat je over tien jaar afhankelijk bent van de Big Tech bedrijven.

tussen 0 en 1

In januari publiceerde Veenhof op Oddstream het essay Tussen 0 en 1 dat die lijn van onderzoek onderstreept. ‘Daarin beargumenteer ik waarom het goed is om dingen maar half af te maken en zo snel mogelijk de wereld in te slingeren.’ Het is een pleidooi voor ongepolijste, krakkemikkige halffabricaten die weerstand kunnen bieden aan de macht van Silicon Valley en het commerciële verdienmodel dat daarachter zit. En dat is bij uitstek iets wat een mix tussen kunstenaar en hacker kan doen. Op dat snijvlak is Sander Veenhof zijn positie aan het bepalen. Enerzijds om zichzelf beter in de markt te zetten, maar ook vanuit een overtuiging: laten we op basis van oprechte kunstprojecten zo veel mogelijk genieten van de vrijheid die AR te bieden heeft en daar een standpunt over innemen nu het nog kan.

Dit project werd in 2020 ondersteund via de Open Oproep Professionalisering en praktijkverdieping.

Tekst: Willemijn de Jonge