

HOH Architecten op World Expo Osaka 2025: Nederlandse en Japanse bouwcultuur in dialoog
Hoe kunnen Nederlandse en Japanse architectuurtradities elkaar verrijken? HOH Architecten onderzoekt dit in het project Re-thinking Re-use. Het onderzoek werd aan de praktijk gekoppeld op de World Expo Osaka 2025, waar samen met Japanse studenten en Nederlandse architecten en erfgoedexperts een toekomstvisie voor de Tokiose wijk Sumida werd ontwikkeld.
15 oktober 2025
Twee bouwculturen in dialoog
'Wij werken altijd vanuit wat er is,' vertelt Jarrik Ouburg van HOH Architecten in het videoportret over hun Japanse onderzoeksproject. Dit is hét uitgangspunt van het bureau: niet beginnen met een leeg vel papier, maar juist de complexiteit van het bestaande omarmen. In het project Re-thinking Re-use, dat onlangs in boekvorm verscheen, koppelen zij deze Nederlandse bouwfilosofie aan de Japanse cultuur. Waar Nederlandse bouwers naar het verleden kijken voor oplossingen, kent Japan een flexibele traditie van 'sloop-nieuwbouw' met focus op de toekomst.
'Deze Japanse bouwcultuur is ontstaan door historische rampen zoals aardbevingen en branden,' legt Ouburg uit. Nederlandse baksteenbouw creëerde daarentegen een cultuur waarin ruimte door muren wordt gedefinieerd, wat leidde tot een sterke traditie van hergebruik: van stadhuis tot paleis, van fabriek tot woning.

Analyses in Tokio: de wijk Sumida
De eerste fase van het onderzoeksproject kreeg concrete vorm in 2024, tijdens workshops in verschillende Japanse steden, waaronder de wijk Sumida in Tokio. Samen met professor Yasumori van Chiba University en studenten werd onderzocht hoe om te gaan met verandering in deze levendige woon-werkwijk.
'Sumida is een beetje zoals de Jordaan in Amsterdam, een wijk waar wonen en werken elkaar doordringen,' vertelt Ouburg. Door middel van mental mapping met negen bewoners verzamelden ze informatie over wat behouden moet blijven bij toekomstige transformaties.
Een belangrijk inzicht was de rol van de zogenaamde Roji-steegjes: gedeelde private ruimtes die ontstaan doordat Japanse bewoners niet hun hele kavel mogen bebouwen. Door de verplichte afstand van vijftig centimeter tussen buren te verbreden naar één of twee meter ontstaan gedeelde steegjes. Deze informele structuren zijn kenmerkend voor de Japanse bouwcultuur, maar niet formeel beschermd. Het project toont aan hoe belangrijk het is om deze ruimtes te erkennen, voordat ze verdwijnen door nieuwe ontwikkelingen.
Toekomstscenario’s in Osaka
Voor de World Expo 2025 werd de analyse van Sumida omgezet in concrete toekomstscenario's tijdens een tweedaagse workshop, als onderdeel van het programma van het Nieuwe Instituut. Na een wijkbezoek volgde een intensieve sessie met Japanse studenten en Nederlandse experts, zoals Thijs van Spaandonk (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving), Saskia Naafs (College van Rijksadviseurs), Yukiko Nezu (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) en architect Paul Meurs.

De opdracht: ontwerp een tijdlijn van -100 jaar tot +100 jaar. Door ook naar het verleden te kijken en alle onverwachte gebeurtenissen van de afgelopen eeuw te zien, konden deelnemers radicaler nadenken over de toekomst. Klimaatverandering speelde daarbij een belangrijke rol. Deze zomer was het de heetste zomer ooit in Tokio. Deelnemers kwamen met ideeën om bijvoorbeeld de steegjes te verbreden en water op te nemen, voor verkoeling en het afvoeren van overtollige regen.
Op zaterdag werden de scenario's gepresenteerd aan experts, gemeenteambtenaren en wijkbewoners. De ontwikkelde visies bleken direct bruikbaar voor belangrijke figuren in de wijk om ontwerpideeën, die normaal moeilijk te communiceren zijn, te delen met bewoners.

Wederzijds leren
Het project toont hoe waardevol de uitwisseling tussen beide bouwculturen is. Door de Nederlandse ervaring met erfgoedbescherming en hergebruik te koppelen aan de Japanse flexibiliteit en circulariteit, ontstaat een derde weg: een benadering die het gebouw ziet als een komma tussen transformaties, in plaats van een definitief eindpunt. Die tussenruimte – letterlijk in de vorm van gedeelde steegjes, maar ook figuurlijk in het denken over verandering en continuïteit – biedt nieuwe perspectieven voor beide landen.
Re-thinking Re-use wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en DutchCulture en was onderdeel van het cultureel programma van het Nieuwe Instituut in het Nederlandse Paviljoen. Het programma is tot stand gekomen in samenwerking met Japan-Netherlands Architecture and Cultural Association en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.







