Het belang van internationaal samenwerken

Internationalisering is een belangrijke doelstelling van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Met de Regeling Internationalisering en de vervangende regeling in coronatijd, de Tijdelijke Procedure Internationaal Samenwerken (TPIS), kunnen zowel individuele ontwerpers, makers en bureaus als culturele instellingen hun kennis en kunde exporteren en daarmee hun werkveld verruimen. In opdracht van het Stimuleringsfonds heeft curator en adviseur Joanna van der Zanden een onderzoek gedaan onder aanvragers naar de effecten van de Regeling Internationalisering van de afgelopen jaren voor de ontwerpsector. Ook heeft ze de behoefte in het veld onderzocht en het effect van covid-19 voor internationale samenwerking. Wat is het belang van internationalisering voor het ontwerpveld?

8 juni 2021

Joanna van der Zanden: 'Allereerst wil ik graag benoemen dat alle geïnterviewden en respondenten zich zeer positief hebben uitgesproken over het programma Internationalisering. Algemeen kan je stellen dat het goed is om de cultuur die je hebt opgebouwd te kunnen bevragen en dat lukt beter door internationaal te opereren. Om scherp te blijven heeft het gehele veld – makers, onderzoekers, producenten, bemiddelaars – die internationale context nodig. Omgaan met en leren van culturele verschillen en het werken op een andere schaal en binnen andere lokaliteiten, leveren nieuwe inzichten op die het veld artistiek versterken en de innovatieve kracht voeden. Soms leiden die inzichten tot een transformerende koerswijziging van de eigen praktijk, soms tot een verrassende samenwerking of tot nieuwe opdrachten. Wat de meeste geïnterviewden en respondenten beamen is dat zij zonder de internationale ervaring hun ontwerppraktijk minder succesvol hebben kunnen ontwikkelen. We hebben de internationale uitwisseling nodig om de artistieke en innovatieve kracht van het Nederlands ontwerpveld te blijven voeden. Daarnaast betaalt internationale investering van tijd en middelen zich ook terug in eigen land. Wie internationaal opvalt krijgt in Nederland meer prestige, media-aandacht en kansen. Van een aankoop van werk door een museum tot een leerstoel aan de universiteit.'

zijn er per discipline verschillen op te merken?

Joanna: 'De noodzaak van internationalisering wordt mede gevoeld doordat Nederland voor veel ontwerpers een te klein land is om een florerende praktijk op te bouwen. Zo is voor vormgevers de opdrachtenmarkt te klein. Met name startende ontwerpers en jongere merken hebben veel baat bij de ondersteuning van een presentatie op een beurs of een festival in het buitenland. Bemiddelende partijen worden hierbij vaak genoemd als onmisbaar, omdat hun kennis van de internationale of lokale markt en hun netwerk van groot belang zijn voor succesvolle vervolgstappen. Architecten, onderzoekers en landschapsarchitecten geven vaak aan dat de experimentele schaal in Nederland te klein is. Er is behoefte aan research en aan pilotprojecten die thema's als circulaire energie, duurzame watervoorziening, zelfvoorzienendheid en huisvestingsvraagstukken onderzoeken. Dat kan niet altijd in Nederland. Ook voor makers binnen de digitale cultuur is het veld te klein. Digitale cultuur is een internationaal netwerk, men zoekt elkaar op en stimuleert en ontwikkelt gezamenlijk de discipline. Zonder presentaties en samenwerking in het buitenland kan je als maker geen carrière opbouwen.'

Recognizing the differences opens up equality in collaboration. This is where the challenge lies.

waar liggen uitdagingen?

Joanna: 'De kritische geluiden over de doelstelling internationalisering komen voort uit de observatie dat een te overtuigde en zelfingenomen houding over de eigen kwaliteiten de uitwisseling in de weg kan staan en de lokale sensitiviteit ondermijnt. Een diep besef van de eigen achtergrond en privileges zijn belangrijk voor een goede verstandhouding. Hoewel Nederlands ontwerp internationaal nog steeds hoog aangeschreven staat en vele deuren opent, zou het goed zijn als men benoemt waar men minder goed in is. Wat maakt je nieuwsgierig? Wat wil je leren? De uitdagingen waar ontwerpers een bijdrage aan kunnen leveren zijn wereldwijd gelijk, maar de contexten verschillen, hoe subtiel ook. Het is van deze verschillen waar het veld van kan leren. De verschillen erkennen opent gelijkwaardigheid in samenwerking. Hier ligt dan ook de uitdaging. Want elkaar echt goed leren begrijpen kost tijd. Er is behoefte aan ondersteuning voor projecten en programma's die langere perioden beslaan of verschillende fasen mogen doorlopen. Ook is er behoefte aan meer residentieplekken in het buitenland. Die zijn er voor beeldende kunstenaars in overvloed maar zijn voor het ontwerpveld schaars.'

wat zijn de meest opzienbarende effecten van covid-19 geweest op internationaal samenwerken volgens de respondenten?

Het onderzoek vond deels plaats midden in de pandemie. Op de vraag of men denkt dat internationaal samenwerken blijvend is veranderd door covid-19 heeft 96 procent van de respondenten bevestigend geantwoord.
Joanna: 'Naast de directe economische negatieve effecten van covid-19 door het wegvallen van festivals, beurzen en presentaties, wordt vaak het gemis van fysiek contact genoemd. Dit is juist zo belangrijk voor een goede uitwisseling en verstandhouding. Het is ook moeilijker om in deze periode relaties en netwerken op te bouwen. Veel contacten tijdens beurzen en festivals ontstaan spontaan, bij toeval. Dat wordt nu gemist. Echter positieve effecten van deze situatie worden ook benoemd. Er wordt sneller geschakeld en men komt sneller tot oplossingen met de buitenlandse partner. Verkenning in de samenwerking blijken ook prima online mogelijk. En met inzet van meer lokale mensen is het opbouwen van presentaties ook op afstand goed te doen. Economisch zien een aantal respondenten een groei van de online verkoop en daarmee ook nieuwe afzetmarkten. Verder is het afgelopen jaar een periode van innovatie gebleken. Zoals het zoeken naar andere presentatiemogelijkheden en opzetten van beurzen. Dat wordt nog wel een uitdaging en betekent voor een aantal respondenten voorlopig ook een einde van een bestaand businessmodel, maar de vragen stimuleren de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden. Hoe breng je het fysieke virtueel toch goed over? Wat kan de constructieve inzet van Virtual Reality of Augmented Reality betekenen voor internationale uitwisseling? En hoe ga je de interactie met het publiek aan op afstand?'

in het onderzoek is gevraagd naar keuzes met betrekking tot duurzaamheid en internationalisering, wat waren de reacties?

Joanna: 'Meer dan 90 procent van de respondenten staat open voor het maken van duurzame keuzes of doet dit al. Men wil minder vliegen en meer met de trein reizen, ook buiten Europa, en als men in het buitenland is daar langer verblijven of verschillende reizen combineren. We gaan naar digital-first, travel-light en stay-longer.'