Veranderingen subsidieregelingen vanaf 2025
Begin 2024 publiceerde het Stimuleringsfonds het beleidsplan voor 2025-2028: Wendingen in ons werken. Het plan schetst hoe toegankelijkheid, zichtbaarheid en het stimuleren van de kwaliteit binnen de ontwerpsector de komende jaren ons doel blijven, maar dat aanpassing van de subsidieregelingen en de werkwijzen daaromheen nodig zijn. Nu de meeste deadlines van 2024 zijn verstreken en 2025 in zicht komt, spreken we directeur-bestuurder Syb Groeneveld. Wat zijn de grootste veranderingen in het subsidieaanbod voor de komende jaren?
Kun je allereerst schetsen waarom het zo belangrijk is dat het fonds de regelingen en procedures op verschillende punten wijzigt?
‘Zeker, in het beleidsplan 2025-2028 schreven we al dat we de komende jaren gaan inzetten op het verlichten van aanvraagprocedures en het sterker afbakenen van subsidieregelingen. De belangrijkste reden om dat te doen is het oplopende aantal aanvragen dat we te verwerken krijgen. In het pre-covidjaar 2019 ontvingen we ruim 1900 aanvragen, in 2023 waren dit er ruim 3000. Een stijging van meer dan 50%. Waar we eerst vermoedden dat die stijging werd aangejaagd door de pandemie, toen veel ontwerpers en instellingen nieuwe projecten startten, bleek de afgelopen twee jaar dat de stijging onverminderd doorzette. Dit legt niet alleen een grote druk op het fonds, maar ook op de adviescommissies én – niet in de laatste plaats – op de aanvragers. We zitten met het aantal medewerkers dat het fonds telt tegen het maximum van het aantal aanvragen dat we kunnen verwerken. En voor adviseurs is het beoordelen van de aanvragen een steeds grotere en inmiddels vaak te grote tijdsinvestering.
Gezien deze ontwikkeling hebben we het aantal rondes van de regelingen Vormgeving, Architectuur en Digitale cultuur – waar de stijging van het aantal aanvragen het hoogst is – het afgelopen jaar al teruggebracht van vier naar drie. In de derde ronde van die regelingen ontvingen we de afgelopen maand maar liefst 360 aanvragen. We zullen tot kerst bezig zijn om al die aanvragen zorgvuldig te behandelen met het team van collega’s en adviseurs. We weten nu al dat we, ondanks een hoge kwaliteit van aanvragen en positieve adviezen, te veel aanvragers moeten teleurstellen aangezien het budget niet toereikend is. Dat is niet alleen heel frustrerend, maar ook niet wenselijk, in al die aanvragen zit namelijk heel veel werk van de aanvrager. Illustrerend vind ik dat 180 van de 360 aanvragen in de avonduren van de uiterste indiendatum van de regeling zijn ingediend. Dat zegt enerzijds iets over de passie waarmee ons veld aan de aanvragen werkt, maar anderzijds betekent het ook dat de huidige opzet veel stress oplevert bij alle betrokkenen. We moeten daarom nu kiezen voor sterkere ingrepen die leiden tot helderdere kaders en een realistischer perspectief voor aanvragers per aanvraagronde.’
We moeten nu kiezen voor sterkere ingrepen die leiden tot helderdere kaders en een realistischer perspectief voor aanvragers.
Voor welke dilemma’s zorgt dat?
‘Het grootste dilemma is hoe blijven we toegankelijk en zorgen we tegelijkertijd dat de kwaliteit van aanvragen en ondersteunde projecten hoog blijft, zodat we binnen de schaarse middelen maximale betekenis voor de sector realiseren. De rijkscultuurfondsen, en daarmee het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, hebben binnen de culturele infrastructuur een belangrijke verantwoordelijkheid voor een zo breed mogelijk bereik van de culturele en creatieve sector. Enerzijds willen we daarom openstaan voor een zo divers mogelijke groep aanvragers, en tegelijkertijd moeten we het mogelijk aantal aanvragen dus beteugelen. We willen het werkveld in de breedte blijven bedienen met aandacht voor de meerstemmigheid die daarbij hoort. Het inhoudelijk versmallen van regelingen is daarom geen optie.’
Welke ingrepen zijn er wel overwogen?
‘We hebben een aantal scenario’s overwogen die allemaal hoofdzakelijk inzetten op het maximaliseren van het aantal aanvragen, namelijk sluiten bij een gemaximaliseerd aantal in behandeling genomen aanvragen, loten om een aanvraag te mogen doen, en voorinschrijving gecombineerd met een maximumaantal aanvragen. Bij de Regeling Experiment hebben we ervaring opgedaan met het sluiten van de regeling op het moment dat het vooraf gecommuniceerde aantal aanvragen in behandeling is genomen. Voor de regelingen Vormgeving, Architectuur en Digitale cultuur, waar vaak aanvragen worden gedaan voor veel grotere (samenwerkings)projecten, is dat geen goede werkwijze gezien de onzekerheid die het met zich meebrengt. Vooraf loten heeft als voordeel dat de investering van de aanvrager beperkt blijft, maar als aanvrager heb je dan niets meer in de hand en hoe bewaak je als fonds de kwaliteit van aanvragen? Via voorinschrijving kun je dat veel beter doen omdat je dan een formele toets kunt inbouwen.’
Met voorinschrijving kunnen we als fonds de kwaliteit bewaken en voorkomen we dat te veel aanvragers vergeefs werk steken in een volledige aanvraag.
Dus voor de vernieuwde regelingen gaat met voorinschrijving worden gewerkt?
‘Bij de regelingen Vormgeving, Architectuur en Digitale cultuur inderdaad wel, gekoppeld aan een maximumaantal aanvragen. Deze regelingen zullen drie keer per jaar een korte periode openstaan en de aanvrager gaat in twee fases een aanvraag doen. In de eerste fase is deze beknopt en vragen we behalve basisgegevens om een korte samenvatting en positionering van het beoogde project en een overzicht van beoogde samenwerkingspartners. Voldoet een aanvraag aan de formele toets, dan krijgt de aanvrager een aantal weken de tijd om de aanvraag volledig uit te werken en in te dienen. Daarnaast introduceren we een budgettaire bandbreedte; alleen voor projecten met een subsidiebehoefte van € 10.000 tot € 50.000 kunnen bij deze regelingen voortaan aanvragen worden ingediend. Dit zijn niet de totale projectkosten, maar het deel dat het fonds financiert. De totale projectkosten kunnen dus hoger zijn dan € 50.000. Voorwaarde voor deze projecten is ook dat minimaal 20% van de totale projectkosten wordt gedekt met cofinanciering.’
Wat gaat er dan gebeuren met kleinere projectaanvragen?
‘De budgettaire bandbreedte heeft inderdaad tot gevolg dat de regelingen Vormgeving, Architectuur en Digitale cultuur niet langer openstaan voor subsidieaanvragen voor kleine projecten en startsubsidies. Hiervoor maken we een eigen regeling die ruimte biedt aan experimentele projecten en kleine projecten die soms ook de start zijn van een groter project. Belangrijk tot slot overigens is om te benoemen dat we de verantwoordingssystematiek aanpassen en dat we subsidies tot € 25.000 binnen alle regelingen met een versimpelde procedure gaan vaststellen.
We beseffen heel goed dat deze aanpassingen veel vragen zullen opleveren. We gaan daarom enkele online spreekuren organiseren in december nadat de regelingen voor 2025 zijn gepubliceerd; houd daarvoor onze website en nieuwsbrief in de gaten. Ik hoop van harte dat deze wendingen in ons werken voor zowel het team binnen het fonds, de adviseurs en vooral de aanvragers een positieve verandering blijken.’