Homepage

Prachtige productielandschappen

Met de Open Oproep Prachtige productielandschappen nodigde het Stimuleringsfonds coalities van provincies, gemeenten, gebiedsontwikkelaars, grondeigenaren, energiebedrijven, netwerkbeheerders, voedselproducenten, natuurorganisaties, erfgoedspecialisten en (collectieven van) bewoners uit om samen met ontwerpers te werken aan nieuwe strategische visies of ontwerpvoorstellen voor de transitie van ons productielandschap.

De oproep speelt in op het gegeven dat de Nederlandse productielandschappen de komende jaren sterk gaan veranderen. De winning uit hernieuwbare energiebronnen moet flink worden opgeschaald om de Europese klimaatdoelstellingen te behalen. Verschraling van landbouwgrond en afname van biodiversiteit vragen om nieuwe vormen van voedselproductie. In de open oproep werden vijf thema's geformuleerd waarop voorstellen op konden aansluiten:

- cultureel erfgoed van het productielandschap;
- landschapsinclusieve energietransitie;
- productie, opslag en distributie van energie als systeemontwerp;
- voedselproductie;
- lokaal draagvlak.

Bekijk de oproeptekst hier.
Let op: de oproep is gesloten. Voorstellen konden tot 20 september 2021 worden ingediend.

selectie

Waardenverkaveling Binnenwaard | Bureau Peter de Ruyter

In het grootste weiland van Nederland, de Alblasserwaard, onderzoekt Bureau Peter de Ruyter Landschapsarchitectuur samen met de daar gevestigde boeren en het Kadaster wat er nodig is om te komen tot een bredere waardering van de boer als producent van maatschappelijke diensten in het tegengaan van klimaatverandering. Het gevolg van de ruilverkaveling tussen jaren’50 en ’80 is dat tot op de dag van vandaag met name het venige hart van de Alblasserwaard – de Binnenwaard –aanzienlijk zakt door verdroging en oxidatie van het veen. Dit betekent ook een substantiële uitstoot van CO2. Het vasthouden van gebiedseigen zoetwater en vernatten van de bodem, met een grotere biodiversiteit als bijkomend voordeel, is de oplossing. Zo’n ecologisch en klimatologisch beter watersysteem heeft echter grote gevolgen voor de boeren in het gebied: het is perceel overschrijdend en vraagt om een radicaal andere bedrijfsvoering of zelfs verplaatsing. De hele Alblasserwaard dient anders te worden ingericht. Peter de Ruyter toetst deze nu nog theoretische ‘ruilverkaveling 2.0’ aan de praktijk door de maatschappelijke meerwaarde van zo'n omwenteling mee te nemen in de financiering van landbouwgronden en nieuwe verdienmodellen voor boeren. Zo onderzoekt het bureau wat een eventueel gebiedsfonds kan doen. Het team gaat via interviews en een gebiedsatelier in gesprek met boeren, experts, natuurorganisaties en lokale overheden. De uitkomsten worden gedeeld via een publicatie en podcasts en geven zicht op wat er nodig is voor de volgende fase van deze waardenverkaveling.

website

Baken van slib | Living Landscapes / Deltascapes

Living Landscapes / Deltascapes onderzoekt met Baken van slib op welke manier het afvalproduct baggerslib als grondstof ingezet kan worden. Hierbij onderzoekt de aanvrager wat baggerslib precies is en hoe de baggerindustrie functioneert aan de hand van cartografisch onderzoek en veldwerk. Living Landscapes / Deltascapes werkt samen met slibinnovators NETICS die vanuit hun expertise nieuwe denkrichtingen genereren, inhoudelijke voorstellen toetsen, contacten leggen en experimenten uitvoeren. Het team wordt verder uitgebreid met drie experts op het gebied van transitieopgaven, communicatie en het milieu. Het onderzoek resulteert in een te publiceren narratief over baggerslib als onontdekte grondstof en hoe deze inzetbaar is in verschillende ruimtelijke transitieopgaven. Het team verwerkt de resultaten van de landschappelijke studie naar de kansen en knelpunten van toegepaste baggerslib in een kaart en infographic. Tot slot ontwikkelt het team een te exposeren fysieke installatie Baken van Slib dat de eigenschappen van baggerslib blootlegt. Met het artikel, de kaart en infographic en de installatie wil Living Landscapes / Deltascapes niet alleen vakgenoten, maar ook een breder publiek kennis laten maken met het nieuwe narratief van het Nederlandse sliblandschap.

website

Dubbele dijk | LAOS Landschapsarchitecten

Dubbele dijk is een project dat gelegen is tussen Eemshaven en Delfzijl waarbij het doel is om het achterland te beschermen tegen de zee zonder de primaire dijk op te hogen. Achter de primaire dijk is een tweede lagere dijk aangelegd. Het zeewater kan gecontroleerd het tussengebied instromen en slib kan bezinken. Dit tussengebied fungeert als living lab om ervaring op te doen met betrekking tot zilte landbouw en aquacultuur. Om het oogstseizoen te verlengen wordt restwarmte van het datacenter van Google Eemshaven ingezet. De nutriënten die bij garnalenkweek ontstaan, zijn een goede basis voor de groei van zeewier. Het zeewier neemt de nutriënten op en zuivert daarmee het nutriëntrijke water, dat vervolgens terug de zee in stroomt. De garnalenteelt wordt gecombineerd met zonnepanelen. De aanvrager onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om een integrale, landschapsinclusieve aanpak van garnalenkweek, zeewierkweek en zonnepanelen op een innovatieve manier te realiseren en te combineren met de ecologische en recreatieve kwaliteiten van het tussengebied. Daarbij is de landschapskwaliteit de drager voor deze overgang tussen land en water. Een overgang die kenmerkend is voor dit gebied en al eeuwen de karakteristieke en culturele waarde van Noord-Groningen bepaalt.

website

Noordoostpolder productielandschap | Studio Makkink & Bey

Studio Makkink & Bey opereert behalve vanuit Rotterdam ook al meer dan tien jaar vanuit een boerderij in Kraggenburg in de Noordoostpolder alwaar zij een studio en ontwerp-laboratorium zijn gestart. Daar zien zij hoe de schaalvergroting van agrarische bedrijven in de omgeving steeds meer kleinere boeren (minder dan 36 ha grond) de das omdoet. Het ontwerpbureau wil met het project Noordoostpolder Productielandschap onderzoeken wat er voor nodig is om deze boeren niet alleen te laten overleven maar te laten floreren door middel van agro-ecologische landbouw. Hierbij wordt optimaal gebruik gemaakt van de natuurlijke hulpbronnen en diensten, zonder deze te beschadigen. Deze vorm van duurzame landbouw is echter arbeidsintensief, waardoor meer seizoenwerkers nodig zijn in de productieve maanden in en rondom de zomer. Deze werkers komen veelal uit Oost-Europa en worden vaak slecht behuisd. Studio Makkink & Bey onderzoekt hoe, naast voedsel, het land ook bouwmaterialen zoals stro, hout, hennep en klei kan leveren voor de bouw van flexibele, verplaatsbare ‘tiny houses’ die beter onderdak bieden. De bedoeling is dat minstens 80% van de materialen voor de huisjes -inclusief inrichting- van het land komt. In dit traject worden drie ontwerpteams gekoppeld aan drie ‘kleine’ akkerbouwers; buurboeren van wie sommigen al met biodynamische landbouw bezig zijn. De teams voeren vanuit een nieuwe visie van natuur-inclusief landgebruik ontwerpend onderzoekend uit naar materiaal ontwikkeling voor nieuwe bouwproducten. Daarin werken ze samen met Maatschap de Bruijn, ook uit Kraggenburg, die midden in het proces van bedrijfsopvolging zit en op zoek is naar duurzame verdienmodellen. Ook wordt expertise betrokken van onder andere het Louis Bolk Instituut, het waterschap, de gemeente en LTO Noord. Uiteindelijk moet het project leiden tot een eerste bouwplan voor gewassen, ontwerpen voor het werkershuisje en een raming van de haalbaarheid.

website

Veenvoedseltuin Vrouwe Vennepolder | Circular Landscapes

Op een stuk land van twee hectare in de Vrouwe Vennepolder in Oude Ade bij Leiden doet Circular Landscapes samen met burgercoöperatie Land van Ons onderzoek naar het ontwikkelen van een ‘veenvoedseltuin’. De tuin is als testperceel onderdeel van een groter ‘Polderlab’: een stuk polder van 33 hectare, aangekocht door Land van Ons, waar de burgercoöperatie samen met de Universiteit Leiden en Hoogheemraadschap Rijnland een tienjarig onderzoek doet naar nieuwe gewassen en teelten. In de veenvoedseltuin zal als onderdeel hiervan worden geëxperimenteerd met onverwachte combinaties van natuurontwikkeling en voedselproductie via natte teelt. De keuze van de gewassen is een onderdeel van de ontwerpopgave, evenals de wijze van aanplanten en oogsten. De planten worden aangebracht in een natuurlijke setting, passend bij de specifieke bodem- en watercondities. Gestreefd wordt naar een zoveel mogelijk zelfregulerend ecosysteem, zonder toepassing van kunstmest of bestrijdingsmiddelen, maar met voldoende capaciteit voor serieuze voedselproductie. De methode is geïnspireerd door het landbouwsysteem van de ‘chinampas’, dat al eeuwenlang wordt toegepast in natte gebieden in Mexico en bestaat uit een afwisseling van kanalen en akkertjes. Het geheel wordt ingebed in het landschap en krijgt zowel een recreatieve als een educatieve (voorbeeld)functie. Tot slot wordt ook de exploitatie (van teelt tot verkoop) onder de loep genomen. Het eindresultaat van deze eerste fase is een concreet ruimtelijk, flexibel ontwerp voor de veenvoedseltuin als visitekaartje voor het Polderlab, met een verdienmodel, en de start van de aanleg van de tuin.

website

Projectplan Pilot Versailles van het Noorden | West 8

West 8 werkt samen met ZLTO aan het (boom)kwekerijenlandschap van omgeving Haaren – Udenhout; van oudsher een kleinschalig productielandschap, met een grote variatie aan landschapselementen. Door schaalvergroting, concurrentie en innovatie, zoals nieuwe teeltmethodes, zuinig gebruik van water en het minimaliseren van pesticiden, is de bedrijfsvoering van de kwekerijen sterk veranderd met een versteend en geplastificeerd landschap en alle bijbehorende problematieken tot gevolg. Samen met kwekers en overige stakeholders werkt het team aan het landschap van de toekomst door de introductie van een robuust landschappelijk casco, waar naast bedrijfsvoering ook ruimte is voor recreatie, ecologie en klimaatadaptatie. Begin 2021 is de eerste fase van het ontwerpend onderzoek gestart waarin West 8 de mogelijkheden van het vernieuwende casco heeft verkend en een visie voor het cluster Haaren-Udenhout heeft opgesteld. In de tweede fase wordt aan de hand van werksessies met stakeholders het regionaal conceptontwerp toegepast op een deelgebied. In dit integraal voorbeeldontwerp worden de ontwerpprincipes van het landschappelijk casco getest. De betrokken kwekers verspreiden hun opgedane kennis via kanalen als studiegroepen, boomkwekersnetwerken en de lokale ZLTO-afdeling. Gedurende het proces worden (tussen)resultaten onder andere gedeeld via het weekblad De Nieuwe Oogst.

website

Phyto Future | Other Spheres

Het produceren van fossiele brandstoffen gaat vaak gepaard met de vervuiling van grond, lucht en wateren op en nabij de industrieterreinen waar de productie plaatsvindt. Bodemverontreiniging wordt traditioneel gesaneerd door het afgraven en elders reinigen van de bodem en/of het (grond)water. Tegelijkertijd zorgt de energietransitie voor een complexe ruimtelijke opgave, omdat het produceren van biomassa voor groene energie en industrie om ruimte concurreert met de woning-, landbouw- en recreatievoorzieningen. Met oog op de energietransitie en het voorkomen van bodemverontreiniging, richt dit onderzoek zich op de potentie van vegetatie om zwaar vervuilde gebieden zoals havens en industrieterreinen te reinigen. Deze techniek heet fytotechnologie, namelijk het planten van specifieke vegetatie om de relevante vervuilende stoffen te onttrekken van de bodem. Hoe kunnen industrieterreinen, die nu gebruikt worden voor de productie van fossiele brandstoffen, getransformeerd worden tot landschappelijke, regeneratieve gebieden die bijdragen aan de energietransitie? Het onderzoek richt zich er dan ook op om onderdelen hiervan te beschrijven en te verkennen, met als resultaat: het kunnen bieden van handvatten voor beleidsmakers in de vorm van een strategische visie, ofwel een model voor duurzame gebiedsontwikkeling.

Mei it ferline foarút | Werkend Landschap

Mei it ferline foarút is Fries voor ‘met het verleden vooruit’. Dat is wat Werkend Landschap met dit project doet. Het ontwerpbureau haalt inspiratie uit de wordingsgeschiedenis van het Friese landschap en onderzoekt hoe die Friese cultuurhistorie kan worden ingezet om te werken aan krachtige, duurzame en streekeigen (productie)landschappen die tegen een stootje kunnen in de nabije toekomst. De basis van het ontwerpend onderzoek wordt gevormd door een blokkenschema van het landschap: zij vatten de al eerder gedane onderzoeken naar de negen karakteristieke Friese oerlandschappen samen in een landschapsmatrix. Vervolgens wordt deze kennis ingebed door het goed in beeld brengen van het bestaande beleidsveld en de actoren daarin. Dit doen zij met een brede coalitie van betrokken partijen, met name het Frysk Lânskip Oerlis (Fries Landschapsoverleg, met daarin de provincie, Friese milieufederatie, Landschapsbeheer Friesland en It Fryske Gea). In deze stap worden ook de mogelijke diensten van het Friese landschap, de (nieuwe) producten die dat landschap levert en het belang daarvan onderzocht. In ontwerpateliers worden daarna op basis van de uitkomsten negen visieschetsen ontwikkeld: voor elk landschap één. Om de visieschetsen in de praktijk te laten landen worden tot slot twee stappen gezet. Allereerst wordt de connectie met het in ontwikkeling zijnde nieuwe Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gemaakt. Er wordt een ‘GLB Bouwdoos’ opgesteld die kansen biedt voor gebiedsontwikkeling. Ten tweede wordt gezocht naar een pilot-gebied waar de partners in de volgende fase praktisch aan realisatie van nieuw landschap-inclusief boerenland gaan werken.

website

Brabants duingoed | OD205 Stedenbouw en Landschap

Van oudsher maakt het landschap van Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen onderdeel uit van een agrarisch productielandschap: de woeste heidegronden werden afgeplagd en zo ontstond het waardevolle stuifzandgebied waar natuur en landbouw sterk verbonden waren. Intensivering en schaalvergroting van landbouw in de schil om het Nationaal Park heeft, naast de grotere waardering van de ecologische en recreatieve kwaliteiten van de heide- en stuifzandgebieden, echter tot gevolg dat beide gebieden elkaar nu eerder tegenwerken dan versterken. De landschapsarchitecten van OD205 bundelen daarom de krachten met Stichting Duinboeren, een overlegplatform voor boeren in het gebied. Zij onderzoeken hoe samenwerking tussen agrarische bedrijven onderling en tussen de agrariërs en de andere belanghebbenden in het gebied kan leiden tot nieuwe coalities en toekomstbestendige productielandschappen. Te denken valt aan agro-bosbeheer of alternatieve waterbeheersystemen met het agrarisch landschap als waterbuffer. Daarbij gaat het team uit van drie perspectieven: dat van het productieve landschap (boeren en ondernemers), het beleefbare landschap (bezoekers en bewoners) en het natuurlijke landschap (natuurbeheer en -systemen). In een co-creatief proces worden met de duinboeren in zogenaamde Duinateliers achtereenvolgens kennis uitgewisseld, nieuwe ideeën en structuren ontwikkeld en uitkomsten verfijnd om uiteindelijk te komen tot een breed gedragen Toekomstperspectief Brabants Duingoed 2050. In Duinateliers wordt een zeer diverse groep organisaties betrokken, zoals lokale en regionale overheden, waterschappen, natuurorganisaties, experts en ondernemers in het gebied – waaronder de Efteling. Het onderzoeksproces wordt onder andere via tussentijdse exposities gedeeld en het Toekomstperspectief wordt gevat in een publicatie.

website

Nieuwe kansen voor de Oude IJssel | SMARTLAND Landschapsarchitecten

SMARTLAND Landschapsarchitecten stelt dat er in Nederland de laatste jaren al veel goede voorstellen voor verbeterde, duurzame en circulaire productielandschappen zijn geschreven door landschapsarchitecten. Zij zien dat deze echter vaak niet daadwerkelijk worden geïmplementeerd om technische en financiële redenen of door maatschappelijke weerstand. SMARTLAND onderzoekt met het project Nieuwe Kansen voor de Oude IJssel een vijftal van deze plannen om vast te stellen waarom deze precies zijn stilgevallen en hier lessen uit te leren. Deze lessen passen zij vervolgens toe op hun eigen concrete onderzoek in de regio Oude IJssel in Gelderland om de lessen te vertalen naar een aanpak die tot praktische stappen in de nodige verduurzamingstransitie van het productielandschap aldaar leidt. In dit gebied hebben de ontwerpers al een breed netwerk op basis van eerder onderzoek. Ze werken samen met de gemeente Oude IJsselstreek, lokaal ontwerpbureau Nico Wissing en de agro-economische experts van Delphy uit Wageningen. Na de eerste analyse van de bestaande plannen en hun belemmeringen wordt via een serie gebiedsessies met een brede klankbordgroep, waaronder veel gemeenten in de regio, boeren, bewonersorganisaties en vertegenwoordigers van LTO en de lokale middenstand, een strategische aanpak voor de gemeente Oude IJsselstreek vormgegeven. Dit levert een gefundeerd, maar vooral breed gedragen en daardoor werkbaar advies op voor deze gemeente, als centrale gemeente in de grotere Oude IJsselregio. Dit breed gedragen toekomstbeeld wordt vervolgens vertaald in een effectieve, stapsgewijze ontwikkelstrategie, ook als mogelijk startpunt van een integraal plan voor de hele regio.

website

Nieuwe energie voor de Bollenstreek | Generation.Energy

Ontwerp- en adviesbureau Generation.Energy onderzoekt de mogelijkheden van het verbinden van de energie- en landbouwtransitie in Zuid-Hollandse Bollenstreek. In het gebied spelen rondom deze opgave vijf belangrijke thema’s: verzilting, afname van biodiversiteit, het (behouden van een) uniek(e) landschap met bijbehorend toerisme en de behoefte aan schone energie. Met Nieuwe Energie voor de Bollenstreek werkt het bureau samen met Regio Holland Rijnland, het Hoogheemraadschap Rijnland en de gemeenten in het gebied aan een ontwerpend onderzoek om te verkennen hoe opwekking van zonne- en windenergie de verduurzamingstransitie van bollengebieden kan versnellen. Het team stelt dat er veel onderzoek op dit vlak wordt gedaan op kavelniveau, maar dat er in dit gebied meer kansen en combinaties van functies te definiëren zijn op een hoger schaalniveau. In de eerste fase van het onderzoek ligt de focus op de vijf thema’s, zowel individueel als in combinatie. Zo is het watersysteem niet los te zien van biodiversiteit en staat een toekomstbestendige bloem- en bollenteelt altijd in relatie tot het toerisme. Via analyse van bestaande onderzoeken en werksessies met de partners worden de eerste kansen, bedreigingen en bouwstenen in beeld gebracht en getoetst. In de tweede fase worden vijf ontwikkelrichtingen uitgewerkt: voor elk thema wordt apart onderzocht en verbeeld wat het betekent voor de bollenstreek wanneer dat thema maximaal de ruimte krijgt. Het is een oefening in extremen: hoe kan binnen één thema zoveel mogelijk productiviteit worden ontwikkeld en welk landschap en ruimtelijk beeld volgen daaruit? De ontwikkelstrategieën worden in werksessies met de partners uitgewerkt en in een publicatie gedeeld. Dit vormt de basis voor een vervolgonderzoek.

website

De hoofdige boer | Nienhuis Landschapsarchitectuur

Arjan Nienhuis, Pieter Veen en Steven van Schuppen doen ontwerpend onderzoek naar de kansen van natuur- en landschapsinclusieve landbouw in de IJsselvallei. Kenmerkend voor de Vallei is de sterke, historische verwevenheid tussen binnen- en buitendijks gebied die in de loop van de eeuwen kleiner is geworden maar in ruimtelijke en hydrologische zin nog steeds relevant is om te onderzoeken en versterken. Uitgangspunt is een veranderd en verdrogend watersysteem. Welke bandbreedte aan landschappen, gebruiksvormen en productielandschappen passen bij de transitie-opgave die hierbij hoort? Op basis van rondetafelgesprekken met het Ambtelijk Beleidsteam IJssel (ABT), diverse deskundigen en boeren(-organisaties) willen zij tot aanscherping van het voorstel, de coalitie en pilotlocaties komen.

website

Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp
De Open Oproep Prachtige productielandschappen maakt deel uit van het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024, een stimuleringsprogramma om de inzet van ruimtelijk ontwerp bij de aanpak van deze opgaven te versterken en een integrale benadering te stimuleren. Het Stimuleringsfonds is gedurende vier jaar een belangrijke uitvoeringspartner van dit programma, een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.